Individu versus gemeenschap

JE KUNT TOCH BEST EEN GOED MENS ZIJN ZONDER BIJ EEN CLUB TE HOREN

Deze week heb ik gecollecteerd voor de Brandwondenstichting. Het was echt wel een succes, want op de ruim 120 adressen kreeg ik maar twee keer een pertinente weigering. Het was erg koud met een snerpende wind ook nog. De mensen zeiden ook, dat het koud was. Opeens antwoordde ik: “Als zoveel mens zo veel geven krijg ik het er warm van.” Ik kreeg vaak een glimlach terug al moesten veel mensen er eerst even over nadenken. Het duidt op een levend gemeenschapsgevoel. Mensen met brandwonden moet je echt helpen. Het waren allerlei mensen: man of vrouw, jong of oud, welvarend of met een krappe beurs. Achter zo’n collecte zit een forse organisatie. Als je brandwondenslachtoffers wilt helpen kun je dat nooit alleen.

Die ervaring heb ik heel vaak in mijn leven opgedaan. Een scoutinggroep oprichten of een lerarenclub of een lokale politieke partij; je doet het nooit alleen. Zelfs dit blog schrijven. Ik heb uiteraard een provider nodig, maar als ik die vier tot vijfduizend unieke bezoekers per maand niet had, dan had al dat schrijven geen zin. Zonder het te beseffen vormen al die mensen een kenmerkende groep.

Ik heb het al vaker geschreven. Het einde van de verzuiling heeft mensen van een soort tehuis beroofd. Binnen de zuil waren er voor mensen in nood vele mogelijkheden. Vaak wordt er tegenwoordig geconstateerd, dat er nogal wat mensen lijden aan eenzaamheid. In ons diaconaal beraad praten we er vaak over. Het blijkt nogal moeilijk om zulke mensen echt uit hun eenzaamheid te verlossen, zelfs als onze bezoekgroep contact met ze heeft. Maar heel veel mensen horen tegenwoordig nergens meer bij. Hoe bereik je die? We stuitten op het probleem, dat mensen zelf geen auto meer kunnen rijden. Ze kennen niemand, die hen kan helpen en voor een taxi is er geen geld. Zo hebben we nu in Odijk een coöperatie opgericht, waarvan iedereen lid kan worden voor 2 Euro per maand. Dan kun je gebruik maken van de dienst “Chauffeur van Odijk”. Het idee is bij de kerken opgekomen, maar juist om iedereen te helpen, hebben we het bij die coöperatie ondergebracht. Elke Odijkenaar kan er vrijwilliger worden en iedereen kan er gebruik van maken. Zo ontstaan overal nieuwe verbanden, waar mensen onderdak vinden.

Lord Robert Baden Powell zag als zijn opdracht in het leven de wereld een klein beetje beter achter te laten dan je hem gevonden hebt. Dat idee vind ik nog steeds zeer inspirerend. Tegelijk besef ik, dat ik in mijn eentje weinig kan. Ja, ik kan een goed mens zijn zonder bij een kerk of een levensbeschouwing of een beweging te horen, maar als ik werkelijk wat wil bereiken, dan kan ik dat nooit alleen. In onze geloofsgemeenschap van de H. Nicolaas in Odijk beseffen we dat allemaal heel goed. We vormen een warme gemeenschap. We zijn er voor elkaar en we zijn er voor al die anderen. Elke zondag vieren we die gemeenschap. Als iemand ernstig ziek is leven velen met hem of haar en de familie mee. Als iemand overlijdt komen honderden mensen naar zijn afscheid. We staan niet alleen.

Een geloofsgemeenschap draait niet om allerlei geboden en verboden, zoals sommigen nog steeds denken. Natuurlijk zijn er kerkelijke potentaten, die hun uiterste best doen dat oude beeld te handhaven. Intussen zijn we druk bezig die wereld waarin we leven een klein beetje beter achter te laten dan we hem gevonden hebben. Jezus van Nazareth is een inspirerend voorbeeld.

Wat zou het fijn zijn als zeer veel jonge mensen zouden ontdekken, wat de waarde en de vreugde is van samen gemeenschap zijn.

Jaargang 8, Nr.380.

Leave a Reply