Acculturatie

DE ZWAKKE CULTUUR GAAT OP IN DE STERKERE CULTUUR

Acculturatie was een van de interessante onderdelen van onze colleges Culturele Antropologie. Als twee culturen met elkaar in aanraking komen, nemen ze cultuurelementen van elkaar over. Maar soms blijft er van de zwakkere cultuur weinig over en gaat die geheel op in de sterkere cultuur. Het sterke kan slaan op het aantal of op de politieke of economische macht of op militair overwicht. Een eenvoudig voorbeeld is ons voedsel. Er zijn Chinese, Indische, Griekse, Italiaanse en Turkse restaurants. Maar ook thuis bereiden we Chinees of Italiaans. Of onze landgenoten van buitenlandse komaf inmiddels ook erwtensoep of boerenkool eten, ik zou het niet weten. Misschien de tweede of derde generatie. Een veel ingrijpender voorbeeld zien we in India. De oorspronkelijke bevolking kwam in een ondergeschikte positie terecht toen volkeren vanuit het Noorden het subcontinent binnenvielen. Hier waren na de grote Volksverhuizing de oorspronkelijke bewoners van ons land op de Friezen na niet meer terug te vinden. De urbanisatie als gevolg van de Industriële Revolutie deed veel katholieke Brabanders en Limburgers in Rotterdam en andere steden belanden. Dat gaf wel wat strubbelingen, maar er ontstonden meer katholieke parochies en er kwamen katholieke scholen en zo veel meer in die verzuilde tijd. Pas de laatste tientallen jaren kreeg de secularisatie vat op deze groep. Al veel eerder hadden de voormalige plattelanders een stedelijk leefpatroon overgenomen. We maken het hier veelvuldig mee, dat we bericht krijgen, dat nieuwe inwoners als katholiek staan ingeschreven. Als we ze verwelkomen en dat vertellen, blijkt vaak, dat ze geen eens meer weten, dat ze ooit gedoopt zijn. Ontkerkelijking is vaak nauwelijks een bewust proces.

Waardoor bleven in Nederland de katholieken zo lang bij elkaar? Tot ongeveer 1960 werden katholieken in Nederland ernstig gediscrimineerd. Ze werden niet vertrouwd. Ze konden geen hoge ambtelijke of rechterlijke of militaire functie bekleden. Katholieken waren daardoor vaak actief in de detailhandel. Ze zochten ook steun bij elkaar. Door die discriminatie werden ze als het ware op één hoop gedreven. Maar rond 1950 – 1960 kwam er verandering. Katholieken werden als normale Nederlanders geaccepteerd. De steun van de katholieke zuil was veel minder nodig. De onderlinge band verslapte. De achteruitgang begon.

Ik vroeg mij af waardoor de acculturatie zo weinig vat heeft op landgenoten van Turkse en Marokkaanse afkomst. Waardoor houden ze zo vast aan de eigen cultuur? In het begin merkte ik bij Marokkanen en Turken nauwelijks iets van hun Moslim achtergrond. Die kwam in de discussies ook weinig aan de orde. Mijn Marokkaanse en Turkse leerlingen toonden een enorm gebrek aan kennis van hun religie. Zou het misschien zo zijn, dat de discriminatie, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt, maar ook bij het niet toelaten tot disco’s of het veelvuldig vragen naar identiteitspapieren, hen veel meer bijeen drijft en hen veel meer bewust maakt van hun gezamenlijke identiteit? Daardoor zijn ze ook veel minder vatbaar voor acculturatie. De goed ontwikkelde groep, waarvoor de religie nog nauwelijks betekenis heeft, mensen, die in feite seculier zijn, is hier in West-Europa maar klein.

Daar komt bij, dat onze samenleving onder invloed van de individualisering en de secularisatie kenmerken vertoont, die voor mij onaantrekkelijk zijn, maar voor onze allochtone landgenoten nog veel meer. Onze vrijheid wordt de laatste weken weer uitbundig geroemd. Voor sommigen geldt, dat zij zich zo veel vrijheid veroorloven, dat zij het geluk van hun medemensen uit het oog verliezen. Het wordt tijd, dat we weer meer gaan nadenken over de zin van ons leven op deze aarde samen met zo velen. Wat wil ik met mijn leven? Wat wil ik betekenen voor anderen? Wat wil ik betekenen voor mijn Islamitische landgenoten? Hoe kan ik bijdragen aan een vreedzame samenleving? Hoe bevorderen we de dialoog tussen religies en tussen de religieuze mens en de atheïst? Dat vraagt van atheïsten een wezenlijke verandering in hun houding. Als we het in Nederland samen willen doen, dan werkt een houding van niets meer met een kerk te maken willen hebben nogal averechts. Ook in de Koran staan veel waardevolle gedachten. Probeer het goede in de ander te ontdekken en stel je zelf open voor hen, die anders denken en zijn dan jij zelf. Dat is een ander antwoord op de terreurdreiging dan militairen met zware wapens op de stations en bij Joodse scholen.

Jaargang 7, Nr. 344.

One Response to “Acculturatie”

  1. Rob Alberts schreef:

    Ongedoopt en niet religieus opgevoed groeide ik in de jaren zestig van de vorige eeuw op in het Katholieke Zuiden. Leeftijdgenoten scholden mij uit voor heiden. Bij de geschiedenisles leerde ik bij de heidenen uit de oudheid vooral meerdere Goden. Tijdens Katholieke hoogtijdagen pronkten buurjongens met hun cadeaus. Waarop zij foutief concludeerden dat mijn vader wel erg arm moet zijn.

    Het innerlijke en het diepere van het Katholieke geloof heb ik nooit begrepen. Wel heb ik altijd een zoektocht gehouden naar het waarom van geloof, godsdienst, religie of levensovertuiging. Nu in Amsterdam-ZuidOost kan ik mijn hart ophalen. Waarschijnlijk is de dichtheid van verschillende geloven, godsdiensten en religies in de Bijlmer ongekend hoog in vergelijking met de rest van Nederland.

    Ik ben gestopt met het eten van dier. Maar de rijkgevulde erwtensoep die ik bij mijn Surinaamse vrienden at kan door niemand geevenaard worden. Het feit dat Surinamers hun soep altijd met rijst erin eten helpt hierbij. Dat het eten in een restaurant vaak niet te vergelijken is met de oorspronkelijke en traditionele keuken heb ik ook ontdekt. Rondom de Zeedijk in hartje Amsterdam herken ik nu een echte Chinees aan de gasten. Ik moet dan ook lachen als een bekende Chinees op de Zeedijk als een VIetnamees wordt benoemd door een van mijn Vietnamese vrienden. Dezelfde Vietnamese vriend vertelt alleen Thais te kunnen koken. Want dat heeft hij tijdens een studentenbaan in een wereldberoemd Thais restaurant geleerd.

    In een Surinaamse kerk om de hoek herkende ik tijdens de kerstdienst vooral Katholieke invloeden. Vreemd genoeg noemen zij zich Protestant en hebben ze het soms over de Engelsman Wycliffe. Maar voor mij was het weer terug in de tijd gaan en leek het op de Kerstmis in 1971 in het Katholieke Nederwetten.

    De taal, gewoonten en het eten is vooral verschillend bij mijn buren. Maar de normen en waarden zijn veelal hetzelfde. Zoeken naar de verschillen geeft verwijdering. Kijken naar de overeenkomsten geeft mij mooie vriendschappen en een vredig leven.

    De uitleg van de pubers in mijn klassen is niet veel verbeterd. Al komen de nieuwe kleren en cadeaus nu vooral voorbij het Offerfeest en Suikerfeest.

    Soato uit Indonesie is door de Surinaamse Javanen naar Nederland gebracht. Mijn leerlingen noemen het zoute soep. Ik vind het een zeer smaakvolle soep. Bij een Indonesisch restaurant word je raar aangekeken als je om deze traditionele soep vraagt. In sommige gebedshuizen is waarschijnlijk hetzelfde aan de hand. De oorspronkelijke betekenis van Heilige geschriften, normen en waarden zijn verloren gegaan tijdens de reis door de tijd of ruimte!

    Dit als lange reactie op jouw blog.

    Vriendelijke groet,

Leave a Reply