Vakantie in eigen land

STUWWALLEN, DE NEDERLANDSE BERGEN

Eigenlijk hebben we in Nederland geen bergen. Boven de 500M begint het middelgebergte en pas boven de 1500M zit je in het hooggebergte. Je mag de stuwwallen eigenlijk geen heuvels noemen, want die zijn officieel tussen 200 en 500M hoog. Voor veel buitenlanders is het wel grappig. Dan leg ik ze uit, dat in de lagere delen zoals het rivierengebied zelfs hoogteverschillen van 2 M van betekenis zijn. Onlangs legde ik het uit in een blog over het Kromme Rijngebied. Nederland is toch wel een bijzonder land.

We waren voor een midweekje in het gebied ten Zuiden van Doetinchem. Twaalf jaar geleden liepen we de Pieterpad etappe van Doetinchem naar Hoog Elten. Het pad loopt daar grotendeels over de stuwwal met de Hettenheuvel (91,6M+NAP), Montferland en de Elterberg (82,4M+NAP). Het is een vrij zware etappe met veel klimmen en dalen. Je begint aan de Noordkant en je kunt goed merken, dat het ijs daar geduwd heeft. De helling is steil en op vrij korte afstand ligt al het hoogste punt. Na de vorming in de een na laatste ijstijd, het Saalien, schuurden smeltwaterstromen dalen uit. Tijdens de wandeling moet je dus steeds weer in zo’n smeltwaterdal afdalen en er weer uit klimmen. Op die manier worden de wandelingen in ieder geval niet saai. Het zou nog leuker zijn als op hoge punten aan de rand de begroeiing laag wordt gehouden, zodat je kunt genieten van mooie uitzichten. Die vind je nu alleen aan de rand van de bossen.

We moesten vanuit Odijk er wel naar toe. Die rit naar Arnhem en verder heb ik honderden keren gemaakt. Je passeert meerdere stuwwallen, of je het nu per trein doet of per auto over de A12. De ANWB is zo vriendelijk geweest er bruine borden neer te zetten met de namen. Voorbij Driebergen komen we eerst bij de Utrechtse Heuvelrug. Toen in 1845 de spoorlijn werd aangelegd waren de locomotieven nog niet krachtig genoeg om de trein over de Heuvelrug te trekken. Met schop en kruiwagen is toen op een laag gedeelte de Heuvelrug doorgraven. Daarbij vond men ook veel door het landijs aangevoerde Scandinavische zwerfkeien. Een aantal daarvan ligt nu met uitleg op een eiland in de zandafgravingsplas bij Maarn. De moeite van een bezoekje waard. Voorbij Maarn komen we in de Vallei met licht golvend dekzand. Kort voor Veenendaal passeren we een lage heuvel, ook een stukje stuwwal. Voorbij Ede gaan we door de stuwwal Wageningen – Harderwijk en als de A12 dan over de spoorlijn heen is komen we in een laaggelegen gebied, omgeven door stuwwallen. Het ijs is er niet geweest. Het gebied wordt ontwaterd door de Heelsumse beek en de Renkumse beek, die er duidelijke dalen hebben gevormd, maar verder is het tamelijk vlak en dus heel geschikt voor het (voormalige) vliegveld Deelen. De Britse Airbornes landden er op 17 spetember 1944 met parachutes en zweefvliegtuigen. In de buurt van de afrit Arnhem Noord gaat de weg door de Oostelijke stuwwal van de Veluwe, de Veluwezoom en tussen Oosterbeek en Arnhem gaat de spoorlijn door de zuidelijke rand van de Veluwe. Een volgende keer, dat u naar het oosten gaat maar eens goed op het reliëf letten. Dan kunt u weer zeggen: “Wat is Nederland toch mooi!”

Jaargang 7, Nr. 328.

Leave a Reply