Voor het homohuwelijk

Roze bloemen op het Sint Pietersplein

Begin december hield de paus een toespraak tot een grote groep kardinalen. In het eerste deel behandelde hij het ideaal van het christelijk gezin. In een land als Italië is er voor de bisschop van Rome wel enige reden om daarover te spreken. Italië is een land met een zeer lage vruchtbaarheid per vrouw. In Nederland weten we, dat er daardoor op termijn tekorten op de arbeidsmarkt kunnen ontstaan. Het is een van de redenen, dat we straks langer moeten doorwerken. Bovendien zijn er steeds minder jonge mensen, die het geld moeten verdienen voor de oudedagsvoorzieningen. Daarom zijn er bezuinigingen nodig en hoor je over de onbetaalbaarheid van de zorg. In Italië is de situatie ernstiger. Hier in Nederland beseffen we meestal nauwelijks, dat de paus enerzijds spreekt als leider van een wereldkerk. Overal is de situatie weer anders. Als de paus zou spreken naar de zin van veel Nederlanders en andere West-Europeanen, dan zouden uit tal van landen woedende reacties komen.

Gezien het bekende standpunt van de paus over het zogenaamde homohuwelijk kwam dat in zijn toespraak niet aan de orde. Daarover maken sommigen zich boos. De reacties zijn niet erg subtiel. De paus moet inbinden, want anders vragen we de bloemkwekers met Pasen niet langer hun gebruikelijke publiciteitsstunt uit te voeren. Geen gratis bloemen meer op het Sint Pietersplein. Vooral roze bloemen lijkt me veel leuker en dan vooral met driehoekige patronen. Ik zag bij het Nieuwjaarsconcert uit Wenen vooral roze bloemen. Het is kennelijk in de mode.

Als ik in de krant of op internet stukken lees over het huwelijk, dan verbaas ik mij vaak over de gebrekkige kennis. Daarnaast verwonder ik mij over het ongeduld van sommigen. Alles moet op stel en sprong naar hun opvattingen veranderen. Geduld is een verdwijnende deugd. Het huwelijk heeft een langdurige evolutie doorgemaakt en de veranderingen gaan door. In de primitieve horde van jagers en verzamelaars waren weinig partners voor handen. Iedereen wist wie met wie was. Werd een vrouw zwanger, dan was de vader bekend. Mensenkinderen blijven lang afhankelijk van hun ouders voor de eerste levensbehoeften. Dan is het ook belangrijk, dat de twee ouders bereid zijn langdurig voor hun kinderen te zorgen. Ook bij ‘shifting cultivation’ en nomadische veeteelt zijn de groepen nog klein. Pas als er vaste nederzettingen komen en er ook steden ontstaan, moet de paarvorming een officiëler tintje krijgen. De twee families gaan een grotere rol spelen. De band tussen man en vrouw wordt ook officieel tegenover de gemeenschap bevestigd. Lang is de priester of dominee degene, die het huwelijk registreert en er Gods zegen over afroept. Pas in de Franse tijd komt er een burgerlijke stand. In Duitsland verdwijnt die weer voor enkele tientallen jaren. De overheid registreert het huwelijk vooral met het oog op bezitsrechten en erfrechten. Vandaar dar koopakten vaak gebruikt worden bij genealogisch onderzoek. Vooral in verband met allerlei sociale wetten is het nu van belang te weten wie met wie gehuwd is of het samenwonen heeft laten registreren.

Het huwelijk is dus een verbond tussen twee mensen. Twee mensen sluiten een huwelijk en de ambtenaar van de burgerlijke stand registreert dat. Er is overigens een enorme weerstand tegen die overheidsbemoeienis. Veel mensen beschouwen het samenleven als een persoonlijke zaak. De overheid heeft zich daar niet mee te bemoeien. Eigenlijk vonden mijn vrouw en ik dat ruim 51 jaar geleden ook. Voor ons was de trouwbelofte in de kerk pas het ‘echte huwelijk’. De Rooms-katholieke Kerk beschouwt het huwelijk als een sacrament. Het is een teken, dat bovennatuurlijke hulp (genade) geeft om er een succes van te maken. Dat sacrament dienen man en vrouw elkaar toe. De priester is er getuige van en smeekt er Gods zegen over af. Het huwelijk is er pas echt wanneer het ‘geconsumeerd’ is. Dus als de huwelijksdaad heeft plaats gevonden. Het ongehuwd samenwonen is een feitelijke terugkeer naar een oude situatie, toen er pas echt sprake was van een huwelijk als de vrouw zwanger was.

Lang had een huwelijk een nogal zakelijk karakter. Geld trouwt met geld. Grond trouwt met grond. Een weduwnaar die met kleine kinderen achterbleef zocht vooral een vrouw, die de zorg voor de kinderen met hem kon delen. Soms een weduwe, ook met kinderen. Dan was je niet kieskeurig. Het romantisch huwelijksideaal bestaat nog maar betrekkelijk kort. Wederzijdse liefde, in eerste instantie verliefdheid wordt als voorwaarde gezien voor een goed huwelijk. Een harmonisch huwelijk zorgt voor een goed pedagogisch klimaat voor de kinderen.

Zo is men steeds hogere eisen gaan stellen aan de kwaliteit van de huwelijksband. Men verwacht altijd gelukkig te blijven. Zo niet, dan is het huwelijk mislukt. Het zou beter zijn, dat men begreep, dat een huwelijk vooral een succes wordt wanneer beide partners als doel hebben de ander gelukkig te maken.

Nog maar een halve eeuw zijn er effectieve anticonceptiemiddelen beschikbaar. Dat heeft nogal wat gevolgen. Vrouwen zijn steeds ouder als ze hun eerste kind krijgen. Er komen steeds meer vrijwillig kinderloze huwelijken. Kun je dan nog wel van een huwelijk spreken? Niet in de oude visie op het huwelijk. Het elkaar gelukkig maken en samen genieten van het liefdesspel werd door Benedictus XVI al in zijn eerste encycliek “God is Liefde” (2006) waardevol genoemd. Dat was een duidelijke breuk met het verleden. Historicus Thomas von der Dunk heeft het even gemist.

Helaas werd de waarde van het homohuwelijk in die pauselijke brief niet gezien. Zo snel gaat het ook weer niet. Het huwelijk tussen twee mannen of twee vrouwen blijft zonder kunstgrepen of adoptie kinderloos. Maar net als het kinderloze huwelijk van man en vrouw is het waardevol. Als twee mensen van hetzelfde geslacht elkaar trouw beloven, voor elkaar willen zorgen en elkaar tot steun willen zijn, dan moet dat ook in de ogen van de Rooms-katholieke Kerk waardevol zijn. Zolang zij hun onderlinge liefde maar niet daadwerkelijk tot uiting brengen is dat ook zo. Maar celibatair samenleven is nogal dwaas om te eisen.

Overigens is de Rooms-katholieke Kerk niet de enige, die moeite heeft met het gedrag van homo’s. Homohaters en potenrammers zijn er nog veel te veel. Het beeld van de homo wordt te veel bepaald door het uitzonderlijk gedrag als bij een homoparade, incidenten op cruiseplekken (homo-ontmoetingsplaatsen), darkrooms, kussen in het openbaar en nichterig gedrag. Zo ontgaat het veel mensen, dat de meeste homo’s nauwelijks herkenbaar zijn en een heel gewoon leven leiden. Als je geen lesbisch stel in je kennissenkring hebt of een homopaar van nabij kent is het moeilijk je een beeld te vormen van de werkelijkheid van hun leven. Vooral hun ouders, broers en zussen en andere familieleden en vrienden zouden daaraan bekendheid kunnen geven. Ik merk niet, dat de eigen organisaties zich daarvoor inspannen. Ook naar kerken zou daarover een dialoog moeten worden nagestreefd. Zo’n ongetrouwde bisschop of kardinaal of paus heeft er geen idee van hoe pijnlijk hij de ouders treft als hij weer eens een veroordeling uitspreekt. Zij zien immers dagelijks hoe gelukkig hun kinderen zijn en hoe goed ze voor hun partner zorgen. Intussen moge het duidelijk zijn, dat de pastorale praktijk inmiddels al veel verder is. In veel parochies en kerkelijke gemeenten draaien ze gewoon mee. Hun geaardheid speelt geen enkele rol. Het is een van de aspecten van de verwijdering tussen de kerkleiding en het kerkvolk.

Jaargang 5, Nr. 248. 

Leave a Reply