De toekomst van GroenLinks

EEN OPEN DEBATPARTIJ?

Als er weer eens hevige meningsverschillen zijn, dan hoor je steeds weer, dat GroenLinks als ideaal heeft een open debatpartij te zijn. Het klinkt dan wat vergoelijkend. Maar zulke meningsverschillen kunnen naar buiten veel onduidelijkheid scheppen. Wat wil de partij nu eigenlijk? Dus toch maar wat minder openheid? Het voordeel zou zijn, dat we als partij minder kwetsbaar lijken. Met al die open discussies verschaf je eventuele tegenstanders de nodige munitie. Kijk naar de PVV. Een partij, waar ogenschijnlijk nooit gediscussieerd wordt. Wilders’ wil is wet. Maar dat geeft niet meer duidelijkheid, want daar is ook Wilders’ willekeur. Elke keer wil hij weer wat anders. Chaos! Laten we eens wat orde scheppen.

Is interne en eventueel ook externe discussie wenselijk? Discussie is de moeder van de vooruitgang. Zonder discussie komt er geen verandering, tenzij een autoritaire leider daartoe besluit. Kijk naar de Rooms-katholieke Kerk in de wereld en zeker ook in Nederland. Men snakt naar vernieuwing, maar de verandering is een terugkeer naar honderd jaar geleden. Dat zie je niet alleen daar, maar ook in onze vaderlandse politiek. Terwijl er toch een dringende noodzaak is om onze levensstijl te vergroenen en tegelijk ervoor te zorgen, dat het sterk internationaal vervlochten economisch systeem aan strakkere regels gebonden wordt. Dat kan alleen door een krachtig bovennationaal gezag worden afgedwongen. Ik vermoed, dat de historici over één á twee eeuwen deze tijd zullen kenschetsen als een draaipunt in de geschiedenis. Dat maakt het leven in deze tijd erg boeiend en ook met al dat brainstormen over hoe we nu verder moeten erg vermoeiend. Bij al die discussies moeten we ons niet opsluiten in onze eigen partij. Met andere Europese groene partijen trachten we een groene economie vorm te geven en daarbij de welvaart ook nog eerlijk te verdelen, zowel internationaal als binnen ons eigen land. We zouden ook veel meer met andere partijen de discussie aan moeten gaan. Jongeren van allerlei partijen zijn er voortdurend mee bezig. Door de nood gedwongen en uiteraard met alle kenmerken van de haast, waarmee het moest gebeuren kon er toch maar een vijf-partijen-akkoord tot stand komen. Die vijf partijen verschillen enorm, maar het inzicht van de noodzaak maakte de geesten rijp.

Wil het debat goed verlopen dan zijn drie waarden cruciaal. In GroenLinks hebben vier kleine linkse partijen elkaar gevonden met elk hun eigen tradities. Daarnaast zijn er veel nieuwe vaak jonge leden, die nooit iets met die moederpartijen gehad hebben. Onze jongste leden waren nog niet geboren toen GroenLinks ontstond. Vooral bij de PSP, maar ook bij de PPR en bij de EVP waren pacifistische opvattingen sterk vertegenwoordigd. Iedereen wist, dat een oorlog nooit leidt tot oplossing van een conflict. Dat komt daarna pas, als het tenminste komt. Het atoompacifisme is sterk verbreid. Maar over vredesbevordering of het afdwingen van vrede verschillen in de partij de opvattingen sterk. Kijk naar de kwestie Kunduz en eerder het optreden in Uruzgan. Een flink deel van de partij is voor geweldloos optreden door vredesteams. Een goed debat vraagt dan respect voor ieders opvatting. Dat is best moeilijk, want bij deze onderwerpen zijn de opvattingen vaak ook  emotioneel geladen.

Ik vind, dat een GroenLinkslid ook loyaal hoort te staan tegenover het bestuur en de fractie. Loyaliteit houdt in, dat als na veel discussie er een besluit is gevallen, dat men bereid is dat besluit ook tegenover anderen wil verdedigen of tenminste wil uitleggen, zelfs als men het niet eens was met het besluit. Dat is heel moeilijk. Loyaliteit houdt ook in, dat men bereid is het bestuur of een fractie te behoeden voor fouten. Als ik hoor hoeveel mailtjes onze volksvertegenwoordigers dagelijks ontvangen, zijn er heel wat partijleden in dit opzicht actief. Een ander woord voor loyaal is trouw. Het gaat om trouw aan de mensen, waarmee je samenwerkt, de mensen in jouw afdeling, in je bestuur of in je fractie. En trouw aan de afspraken, die je samen maakt.

Een oude vaderlandse deugd komt steeds meer op de tocht te staan. Dat is de tolerantie. Dat is iets anders dan permissiviteit, alles maar goed vinden ook als het slecht is voor anderen of voor de persoon zelf. Als opvoeder behoor je eisen te stellen en daar duidelijk over te zijn. Bij tolerantie gaat het om verschillen in opvatting bij verschillende deelculturen binnen ons land. GroenLinks noemt zich een liberale partij. Dat zou moeten betekenen, dat men mensen zo vrij mogelijk laat in hun opvattingen zolang zij anderen niet benadelen. We hebben dus ingestemd met het homohuwelijk, met gemakkelijker scheiden in een huwelijk, met abortus. Zestig jaar geleden was dat in Nederland nog ondenkbaar. De secularisatie heeft ervoor gezorgd, dat dit mogelijk werd en velen, die dit voor zich zelf afwijzen zijn zo tolerant, dat zij er geen bezwaar in zien het wettelijk mogelijk te maken. Waar we voor moeten oppassen, dat de tolerantie naar mensen en gemeenschappen met erg traditionele opvattingen verdwijnt. Denk aan de houding tegenover het luiden van kerkklokken of het sluiten van zwembaden op zondag of zondagse winkelsluiting, niet om sociale redenen maar vanwege religieuze opvattingen en natuurlijk de weigerambtenaren en de op religie gebaseerde slachtvoorschriften. Soms lijken de o zo liberale seculiere medeburgers even dogmatisch en intolerant als de meest obscure religieuze genootschapjes. Tsja, het blijft moeilijk, dat samenleven in een multicultureel Nederlandje.

Jaargang 5, Nr.217.

Leave a Reply