De economie van het woon-werkverkeer

FORENSISME IS DURE LUXE

Als ik vertel over vroeger roepen mijn kinderen altijd weer: “Maar Papa, het zijn nu andere tijden”. Dat moge zo zijn, maar door stil te staan bij het verleden, word je je bewust van veranderingen en realiseer je je, dat zaken opnieuw kunnen veranderen. Zo was het vroeger heel normaal, dat een werkgever eiste, dat je je binnen drie jaar in of nabij je werkgemeente vestigde. Na drie jaar stopte de reiskostenvergoeding. Mijn eerste baan was 26KM van mijn woonadres. Maandagochtend stapte ik om half zeven op de fiets, was ruim een uur later bij mijn pension, kleedde me snel om en was om acht uur in de kerk voor de schoolmis. Zo was dat toen. Door de week was ik in de kost. Alleen in het weekend was ik thuis in Arnhem. Toen ik bijna veertig jaar later weer contact had met mijn eerste werkgever, was ik verbaasd te horen, dat mijn collega in Arnhem woonde. Ik realiseerde mij in eerste instantie niet, dat leerkrachten tegenwoordig meer verdienen, dan de 195 gulden in mijn eerste maand in 1954. Nu ben je er met de auto in een half uur en je kunt ook nog goedkoop tanken in Duitsland.

Auto rijden is zo gewoon geworden, dat de auto als iets noodzakelijks wordt beschouwd, net als eten en drinken, kleding en een dak boven je hoofd. Je hebt er recht op. Vrijwel alle autorijders staan er vrijwel nooit bij stil, dat aan dit zo nuttige vervoermiddel ook een aantal nadelen kleven. Lijders aan astma of COPD weten er over mee te praten. Mensen worden ziek van het voortdurende lawaai. Het autoverkeer is door de uitstoot van broeikasgassen ook een van de oorzaken van klimaatverandering. Door de uitstoot van stikstofoxyden draagt het bij aan de overbemesting en zo aan het verdwijnen van plantensoorten. Maatregelen hiertegen worden door de toename van het autogebruik te niet gedaan. Autogebruikers realiseren zich nauwelijks, dat zij een dodelijk apparaat hanteren. Als er elk jaar alleen in Nederland twee volle passagiersvliegtuigen zouden neerstorten, zou er aanzienlijk minder gevlogen worden. Het autoverkeer gaat gewoon door met evenveel slachtoffers. De kosten van de revalidatie van verkeersslachtoffers zijn enorm. Het zo nuttige en comfortabele vervoersmiddel is voor velen ook een plaag geworden.

Als door het belasten van de reiskostenvergoeding als een vorm van inkomen met name het lange afstand forensisme per auto gaat verminderen, is dat nuttig voor natuur en milieu. Maar het is ook economisch nuttig, wanneer het er toe leidt, dat de gemiddelde woonwerkafstand weer gaat verminderen en zo ook de totale reiskostenvergoeding. Terecht wijzen werkgevers er voortdurend op, dat het belangrijk is, dat de loonkosten niet te veel stijgen, zodat Nederland concurrerend kan blijven. Het verbaast mij elke keer weer, dat werkgevers niet massaal eisen, dat werknemers binnen drie jaar naar hun werkgemeente verhuizen. Ik ken alle smoezen over sociale contacten en het werk van de partner en de school van de kinderen. De partner heeft zo weer werk. Krijg je je huis niet verkocht? Dan wordt het tijd, dat er snel weer een woningruilbureau met site komt, zoals veertig jaar geleden heel gewoon was. Ideetje voor een werkloos geworden makelaar?

Wat doe je met die tien uur per week extra vrije tijd? Meer tijd voor je partner en je kinderen? Vrijwilligerswerk? Sport? Hobby’s? Lekker luieren? Ik hoor keer op keer weer over mensen, die zo druk zijn. Fitter worden nu je per fiets naar je werk kunt. Het wordt tijd, dat mensen eens oog krijgen voor het irrationele van ons denken over woon-werkverkeer. Dat geldt ook voor de klagerige journalisten in mijn favoriete Volkskrant. Benader het eens positief.

Jaargang 5, Nr. 216.

One Response to “De economie van het woon-werkverkeer”

  1. Hans Verbeek schreef:

    Fijne column, John.

Leave a Reply