De noodzaak van een demografisch beleid

GroenLinks moet over een demografisch beleid beschikken 

Tijdens het laatste GroenLinkscongres in Tilburg werd amendement 1 over bevolkingskrimp op een onprettige manier in de hoek gezet door er het etiket “Bevolkingspolitiek” op te plakken. Bij bevolkingspolitiek denk je aan de Nazi’s, die wilden, dat de Duitse vrouwen veel edele Germaanse zonen zouden baren, die het Vaderland zouden kunnen beschermen. Er zijn meer fascistische regimes, die zich aan een dergelijke vorm van bevolkingspolitiek hebben schuldig gemaakt.Daartegenover wilde de Chinese regering de bevolkingsgroei juist afremmen. Het kwalijke was, dat daarbij dwang werd en wordt toegepast. 

Soms zie je, dat achtergestelde groepen, de neiging hebben veel kinderen te krijgen om zo hun positie te versterken. Je vindt dit nu bij de Palestijnen en vroeger bij de Rooms-katholieken en de Gereformeerden in Nederland. Soms merk je daarvan iets bij sommige groepen allochtonen. Dreigend roepen jonge jochies, dat zij straks de meerderheid zijn en dus de baas. De werkelijkheid is, dat bij de jongste generaties de vruchtbaarheid bijna op het niveau is van de andere Nederlanders. Toch hoor je nog regelmatig mensen verontwaardigd vertellen over Mijnheer Pastoor, die vroeger op huisbezoek vroeg of het nog geen tijd werd voor een volgend kindje. 

Zo maar wat voorbeelden, waardoor de term bevolkingspolitiek een verdachte klank heeft gekregen. De indieners van het amendement verdienden een dergelijke behandeling niet. Hun motieven waren op zich juist. Zoals ik in eerdere columns betoogd heb zou de discussie moeten gaan over de vraag of de consequentie inderdaad bevolkingskrimp moet zijn en of men zich voldoende de nadelen van krimp heeft gerealiseerd. Het is jammer, dat de indieners van het amendement zo dwingend de noodzaak tot bevolkingskrimp in hun amendement hebben opgenomen. Het amendement werd verworpen. Het zou zeer betreurenswaardig zijn, wanneer het gevolg daarvan zou zijn, dat in het beleid van GroenLinks demografische aspecten geen aandacht zouden krijgen. Geen beleid is ook een beleid, namelijk een laat-maar-waaien-beleid. 

In de praktijk zal het zo’n vaart niet lopen. Maatregelen kunnen demografische gevolgen hebben. GroenLinks pleit voor betaalbare kinderopvang. Is dat goed geregeld, dan vinden paren het verantwoord kinderen te krijgen. Het heeft dan geen te negatieve gevolgen voor hun loopbaan. De beschikbaarheid van anticonceptiva binnen het verzekerd pakket ook voor minderjarigen zorgt voor minder ongewenste zwangerschappen en zo voor minder abortussen en minder geboorten. Zo ziet u, dat GroenLinks wel degelijk aan demografisch beleid doet. 

Demografische verschijnselen hebben ook gevolgen op de lange termijn. De politiek heeft daar veel te weinig oog voor. Na 1975 kwamen de vrouwen en kinderen van de gastarbeiders naar Nederland. Ze waren toen rond de veertig jaar. Dertig jaar later zijn ze rond de zeventig. Dus komt er de komende jaren behoefte aan specifiek op deze groep gerichte ouderenzorg. 

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw groeide het voortgezet onderwijs zeer sterk. De deelname nam toe en de geboortenpiek passeerde het voortgezet onderwijs. Veel jonge docenten kwamen het voortgezet onderwijs binnen. Ze waren toen in 1970 ongeveer 25 jaar oud en nu dus 63. De komende jaren gaan ze even massaal met pensioen. Het huidige lerarentekort kon je dus al dertig jaar lang zien aankomen. Er is geen enkele maatregel genomen, behalve de zogenaamde DOP-regeling, die na twee jaar werd afgeschaft. 

De conclusie kan geen andere zijn dan dat GroenLinks snel een demografisch beleid moet ontwikkelen en bij alle beleid de demografische aspecten nog veel beter in het oog moet houden.

Leave a Reply