Ook bij Uden regende het afgelopen zaterdag!

BREUKEN EN WIJSTGRONDEN

Op een regenachtige zaterdag door de bossen en velden rond Uden in Noord-Brabant wandelen en fietsen is niet ieders eerste keus. Toch waren er zo’n 25 geografen, die zich niet lieten afschrikken door regen en wind en vol overgave deelnamen aan de dagexcursie van de Kring Utrecht van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, kortweg het KNAG. Ze kregen waar voor hun geld.

In de omgeving van Uden komen breuken in de ondergrond voor. Langs die breuken zakt een stuk aardkorst al enkele miljoenen jaren naar beneden en vormt zo de Centrale Slenk, die tot bij Schotland doorloopt en ook verbonden is met breuklijnen naar de Rhônedelta. Het hogere deel noemen we een horst, in dit geval de Peelhorst. Er zijn twee evenwijdige breuken, zodat bij Uden tussen de slenk en de horst nog een schol ligt, die iets minder ver is weggezakt. Daarop ligt het centrum van Uden. De breuken liggen diep in de ondergrond en alles is door jongere lagen bedekt en zo is de slenk grotendeels opgevuld. Toch zijn in het landschap hoogteverschillen van enkele meters aanwezig. Voor mij was het de eerste keer, dat ik ze in werkelijkheid zag.

Bij die treden in het landschap komen de wijstverschijnselen voor. In de hogere delen komen ondiep in de ondergrond leemlagen voor. Water kan er niet goed wegzakken. In de slenk vind je redelijk goed doorlaatbare lagen. Zo zie je, dat de hogere delen op de horst nat zijn en de laag gelegen slenk juist droog is. Die natte gronden worden de wijstgronden genoemd. Door al die nattigheid kon er in de Peel veenvorming optreden. Het overvloedige water welt bij de breuklijn omhoog. Kwelwater heeft in de bodem veel ijzer opgenomen en als het aan de oppervlakte in contact komt met de zuurstof uit de lucht slaat het ijzer neer. Zo vormen zich daar decimeters dikke ijzeroerbanken. Door al dat ijzer is het kwelwater bruin gekleurd. Bij het Recreatief Centrum Bedaf is een 6,5KM lange wandelroute langs al deze verschijnselen beschikbaar, de Berg en Breukroute. Vanaf afrit 14 langs de A50 bij Uden rijd je richting Vorstenbosch en dan ligt het centrum na + 2KM rechts van de Bedafseweg.

In de zeventiger jaren van de vorige eeuw zocht Uden ruimte voor uitbreiding. Een gebied lag weliswaar gunstig, maar was kletsnat. Men heeft in die wijk Melle toen waterpartijen gegraven en zo de grond flink diep ontwaterd. Zo gauw het water in die langwerpige vijvers te hoog komt wordt het afgevoerd. Doordat de kwel steeds maar doorgaat, komen die vijvers ook in zeer droge perioden nooit droog te staan. Het kwelwater is altijd zo’n 7 tot 10oC en dus kan op die vijvers nooit geschaatst worden. Bij het graven van die vijvers moest ook het ijzeroer doorgraven worden. Een van de draglines is daarbij kapot gegaan. Als je die klompen ijzeroer ziet, valt dat goed te begrijpen!

Bij de aanleg van de A50 en het langdurige verzet daartegen speelden heel veel belangen. Een beetje laat ontdekten geologen, dat al in eerste instantie breuklijnen werden gekruist en aardkundige waarden werden geschaad. Bij de verdere aanleg werd wel bezwaar gemaakt en die bezwaren werden in zoverre gehonoreerd, dat de aanleg vijf jaar werd uitgesteld, waarna de plannen niet werden gewijzigd, Opnieuw was er veel schade, maar die moet wel worden gecompenseerd. Dus zie je overal in de omgeving van Uden gebieden waar “Nieuwe Natuur” wordt geschapen. Tijdens de fietstocht later op de dag viel er sowieso al veel te genieten en volgens mij droeg die “Nieuwe Natuur” daar weinig aan bij, maar misschien moet dat nog komen.

Dit dagje Uden is mij uitstekend bevallen. Onze excursieleider Jacques Brouwer gaf blijk van een zeer uitgebreide kennis over het Aardkundig Monument van de Maashorst, maar ook van de geschiedenis van Uden en de wijde omtrek. Bedankt!

Ik zou willen, dat de nieuwe garde van collega’s aardrijkskunde beter zou begrijpen, hoe waardevol zo’n kring kan zijn en hoeveel steun het regelmatig contact met collega’s jou bij je werk kan geven. En niemand maakt mij wijs, dat zij/hij wat betreft haar/zijn onderwijsgevende taak niets meer heeft te leren. Tijd voor goede voornemens?

Jaargang 4, Nr. 167.

Leave a Reply