Nederland verdient meer linkse samenwerking

BIEDT KIEZERS EEN WENKEND PERSPECTIEF

Zo af en toe moet ik mij weer realiseren, dat dingen, die je hebt meegemaakt voor jongeren geschiedenis zijn. Zo ook de start van GroenLinks. Vier linkse splinters waren allesbehalve een succes. Er was af en toe al samenwerking tussen PPR, PSP, CPN en EVP als ze al in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren. Uiteindelijk vonden de vier elkaar. Voor velen in de PPR of de EVP, jarenlang volgestouwd met anticommunistische propaganda, was het heel erg wennen. Al pratend leerden we elkaar kennen en waarderen en wisten we tot gemeenschappelijke standpunten te komen.

 Aanvankelijk was GroenLinks euro-sceptisch. Stap voor stap kwam daar verandering in en mijn afdeling Bunnik heeft met amendementen daaraan een belangrijke bijdrage geleverd. Ik ben ervan overtuigd, dat wij evenzeer in staat zijn de mensen van de euro-sceptische SP ervan te overtuigen, dat de enige manier om de macht van multinationale ondernemingen te beteugelen ligt in internationale samenwerking in de Europese Unie. Geen enkele nationale regering is in zijn eentje daartoe in staat. Als de economie globaliseert, vraagt dat internationale regelgeving. Als behalve de USA  en Japan nu ook China, India en Brazilië economische grootmachten zijn, dan vergt dit een gemeenschappelijk optreden binnen de EU.

Dit is één voorbeeld hoe wij over allerlei onderwerpen  de discussie over de samenwerking van links moeten en kunnen voeren, zoals wij dat ook in het net ontstane GroenLinks hebben gedaan. Zo hebben we het ook gedaan in de gemeente Bunnik, waar de samenwerking van GroenLinks, Partij van de Arbeid en niet aan een landelijke partij gebonden leden in Perspectief 21 zeer succesvol verloopt. Van vier zetels in 1998 en geen wethouders stegen we elke keer tot dit jaar zeven van de vijftien zetels en twee van de drie wethouders. Natuurlijk is het in een kleine gemeente gemakkelijker dan op nationaal niveau. Ik merk overigens ook, dat willen samenwerken afhangt van de mensen, die op de cruciale posten zitten. Als het klikt tussen de fracties, ze elkaar verstaan en kwalitatief niet te veel verschillen, dan is er een goede kans op succes. Je moet elkaar niet als concurrenten beschouwen maar als waardevolle leuke collega’s waar een twee-eentje elke keer weer prachtig lukt.

Altijd liggen er ook mensen dwars. Er is een geschiedenis met bijvoorbeeld een flinke aanvaring. Sommige mensen denken erg dogmatisch. Ze hebben onwrikbare standpunten. Bij het ontstaan van GroenLinks scheidden een aantal communisten zich af en richtten een nieuwe communistische partij op. Meestal zijn het de oude partijtijgers, die hun positie zien wankelen als er een nieuwe partij ontstaat.

Het is dan ook uiterst merkwaardig, dat het nu de jongeren van Dwars zijn, die bij monde van hun voorzitter, Eline van Nistelrooij in de Volkskrant grote vraagtekens zetten bij linkse samenwerking. Karel van Broekhoven beticht haar, wederom in de Volkskrant, bijna van baantjesjagerij en het naar de mond praten van de partijleiding. Maar zo onaardig wil hij toch niet zijn. Dat veel politici hun carrière begonnen zijn in de jongerenafdeling van hun partij is een bekend feit. Dat Dwars op congressen veel invloed kan uitoefenen is bij elke congresganger bekend. Ze zijn met velen en ze zijn goed voorbereid en hebben veel spreekbonnen. De gewone leden, die verder alleen actief zijn als er huis aan huis gefolderd moet worden, die komen niet op congressen. De laatste congressen viel het op, dat het juist de jongeren waren, die de nogal liberale voorstellen verdedigden. Vooral bij de discussies rond de ontslagbescherming viel mij dat op.

Vroeger was je als jeugdige links en als je carrière gemaakt had en goed bij kas zat dan schoof je op naar rechts. Zo hoorde dat. Waarom is het nu anders? De jongste generatie, jonger dan 25 jaar, wordt wel de “Grenzeloze generatie” genoemd. Hun ouders hebben nooit grenzen gesteld. Als ze iets wilden, dan werden hun wensen altijd vervuld. Hun ouders verdienden goed, waren vaak tweeverdieners, en ze hadden maar een of twee kinderen. Ze kregen ook een goede opleiding en hun ouders konden hen daarbij  goed helpen. Steeds meer jeugdigen volgen VWO of Havo en daarna HBO of universiteit. Maar ze waren met weinigen. Het aanbod op de arbeidsmarkt daalde dus, minder schoolverlaters, en dus hadden ze snel een baan met een goed salaris en een auto van de zaak. Maar ja, verre vakantielanden lokken en Armanipakken zijn niet goedkoop. Dus maar weer job hoppen en in de volgende baan nog meer verdienen. Het kon niet op. Er was geen enkele reden om tegen flexibilisering van de arbeidsmarkt te zijn. Dat ook winkelbedienden slechts een jaarcontract kregen en met eenentwintig er echt uitvlogen, daar hadden ze geen weet van. Deze jonge veelverdieners hebben geen idee hoe het hun minder goed opgeleide leeftijdsgenoten vergaat om maar niet te spreken van de ouderen in verzorgings- en verpleeghuizen. Arm Nederland ligt buiten hun gezichtsveld. Het is een andere wereld. De mensen, die ik hierboven beschrijf worden “Opwaarts Mobielen” genoemd en ik vraag mij af hoe sterk zij bij Dwars vertegenwoordigd zijn. In de grenzeloze generatie hebben ze een aandeel van 24%. Bekend is, dat de leden van GroenLinks vooral tot de mentaliteitsgroep van de “Postmaterialisten” behoren. Het lijkt mij interessant de leden van Dwars eens te laten doorlichten door Bureau Motivaction, dat al jaren de mentaliteit van de Nederlandse bevolking onderzoekt. Als je wilt bouwen aan je eigen persoonlijkheid, is een voorwaarde eerst zicht te krijgen op jouw eigen mentaliteit. Ken U Zelve!  De politiek vraagt mensen, die niet alleen intelligent en ervaren zijn, maar vooral wijze vrouwen en mannen. Misschien met je eerst wijs zijn om te begrijpen en te voelen, dat links het aan Nederland verplicht is tot intensievere samenwerking te komen.

Jaargang 3, Nr. 129. 

Leave a Reply