Hevige buien

MAAR OOK DROOGTE

 

Ik luisterde naar de berichten over de wateroverlast en dacht terug aan mijn tijd als aardrijkskundeleraar. Veertig jaar geleden was de komende klimaatsverandering al actueel. Meteorologen en klimatologen spraken er al over en wij in onze lessen evenzeer. Ik legde de kinderen uit, dat als er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer zouden komen onze dampkring meer zonnewarmte zou vasthouden. De gemiddelde temperatuur op aarde zou stijgen. Dan zou er meer water uit de zee verdampen. Als de lucht meer waterdamp zou bevatten, zou het ook meer kunnen regenen. Er zouden meer hevige regenbuien kunnen voorkomen.

Hoe werkt dat? Als het lokaal erg warm wordt, gaat die warme lucht stijgen. Die stijgende luchtbel komt  op grotere hoogte, waar de luchtdruk lager is. De lichtbel zet uit. Het stijgen en uitzetten kost energie. De lucht koelt af. Die koudere lucht kan minder waterdamp bevatten. De waterdamp condenseert. Er ontstaan wolken en daarin regendruppels. Bij dat condenseren komt warmte vrij. De lucht blijft stijgen. De waterdruppels worden groter, worden hagelstenen en die gaan vallen. Door opstijgende luchtstromen gaan ze weer omhoog. In die wolken worden de hagelstenen steeds groter. Als ze onderweg naar beneden smelten krijg je grote druppels. Het kan ook hagel blijven. In die warmte-onweersbuien krijg je dus veel neerslag in vaak korte tijd. Als de buien zich langzaam verplaatsen valt de neerslag in een kleiner gebied. Veertig jaar geleden waarschuwden wij daarvoor. Zouden ze het nog weten?

In reliëfrijke gebieden als de Ardennen en de Eifel, stroomt het water de hellingen af en via al die zijdalen komt het in het dal van de rivier de Ahr. De Eifel heeft aan de oppervlakte een betrekkelijk dunne verweringslaag. De bodem heeft weinig water opnemend vermogen. Er zijn ook wijngaarden op de hellingen. Daar wordt weinig water vastgehouden. Het is mogelijk dat in die zijdalen kronkelende beekjes zijn recht getrokken. Dan wordt er weinig water vastgehouden. Er zijn wegen en bebouwing bijgekomen en het harde oppervlak houdt geen water vast. Zo krijg je dus enorme afvoeren.

Hoe moeten de mensen in de middelgebergten reageren? Een eerste punt is, dat je het water zo lang mogelijk vast moet houden. In de afgelopen jaren werd in de Eifel vaak geklaagd over de droogte. Dan is water vasthouden een logische reactie. Het stroomt dan ook niet in een keer in grote hoeveelheden naar de rivier. Een tweede punt is, dat je het water in de rivier de ruimte moet geven. Misschien moet er veel minder in het dal gewoond worden en dan vooral zo, dat hoog water minder schade veroorzaakt. Werk voor architecten Soms is er een mogelijkheid om gebieden te bestemmen voor tijdelijke waterberging.

Al dat water stroomt uiteindelijk naar de benedenloop. Hoe reageren wij na de wateroverlast van 1993 en 1995?  Ons credo is: Biedt de rivier meer ruimte. Dat betekent geen bebouwing in de uiterwaarden. Op sommige plekken is de winterbedding erg smal. Dan is een nevengeul door het binnendijkse gebied een oplossing zoals dat gebeurd is bij Lent tegenover Nijmegen. Dijken moeten soms verlegd worden, zodat de hoogwaterbedding breder wordt. Soms wordt een gebied vrijgemaakt van bebouwing, zodat bij erg hoog water de rivier daarheen kan ontsnappen. Dijken moeten ook verhoogd en vooral verzwaard worden. Kwel moet worden tegengegaan, want kwelstromen zorgen soms voor dijkdoorbraken.

Op de hogere zangronden van Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel en Drenthe moeten ook maatregelen worden genomen om juist water vast te houden. De lokale verschillen en de jaarlijkse hoeveelheden in neerslag kunnen sterk wisselen. Boeren en bosbouwers moeten er rekening mee houden, maar ook stedenbouwers. Wanneer heeft je rioolsysteem voldoende capaciteit nu de afvoeren in korte tijd veel hoger kunnen zijn? Soms gebeuren er achteraf gezien heel domme dingen. In Zuid-Limburg kende men vroeger graften. Dwars op de helling lagen met struiken begroeide walletjes, die erosie tegen gingen. Maar voor die grote landbouwmachines waren ze zo lastig. Weg ermee!  Nou, dat hebben ze geweten. Modderstromen en wateroverlast en geulvorming. Zou dat recent ook nog een rol gespeeld hebben? Wij mensen moeten weer leren veel zorgvuldiger met ons landschap om te gaan.

14e Jaargang, Nr.676.

Leave a Reply