Archive for december, 2009

Ariënskonvikt dicht

woensdag, december 30th, 2009

Eerder gepubliceerd in Parochiekontakt Odijk december 2009

 

Moet het Ariënskonvikt dicht?

 

 Het Ariënskonvikt is een tehuis in de Utrechtse binnenstad, waar priesterstudenten van de bisdommen Utrecht, Breda, Rotterdam en Groningen-Leeuwarden hun spirituele vorming ontvangen terwijl ze hun theologische opleiding krijgen aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit Utrecht. Onze Aartsbisschop Wim Eijk heeft zonder overleg besloten het Ariënskonvikt op te heffen. Hij noemt daarvoor twee redenen. Het is te duur en er zijn te weinig studenten. Zo zegt hij, dat de kosten per student per jaar € 36.000 zijn, meer dan een modaal inkomen. Als vierhonderd parochies bij de jaarlijkse collecte gemiddeld € 100 ophalen, dus totaal € 40.000 dan wordt duidelijk waarom de bisschop zegt, dat het konvikt niet afhankelijk kan zijn van giften.  

Ondanks andere giften, erfenissen en legaten moest het bisdom er meestal geld bijleggen en de financiële situatie is niet dusdanig dat de bisschop op die manier verder wil gaan. De vorming binnen een konvikt vraagt ook een voortdurende wisselwerking tussen de studenten onderling. Daarvoor is het aantal studenten nu te klein geworden.

De oplossing is nu gevonden in een verhuizing naar het seminarie van het bisdom Haarlem-Amsterdam, de Tiltenberg. Daar zijn aanpassingen nodig om de twaalf te huisvesten. 

Vragen

Het is niet de eerste keer, dat Mgr. Eijk veranderingen doorvoert vanwege de noodzakelijke bezuinigingen, maar tegelijk andere doelen nastreeft. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat hij de voorkeur geeft aan een seminarie met een opleiding, die nauw verbonden is met de Pauselijke Lateraanse Universiteit en waar de studenten wat meer geïsoleerd leven van de wereld met alle verleidingen. Dat een konvikt midden in de stad Utrecht de studenten beter voorbereidt op een leven midden in de wereld zal hem niet zo aanspreken. Het Ariënskonvikt heeft in totaal zestig priesters opgeleid en daarvan zijn er slechts twee uitgetreden. Dat was nu precies de bedoeling van Kardinaal Willebrands toen hij het konvikt in 1977 heeft gesticht. Zelfs Dr. Nelly Stienstra, voorzitter van het behoudende Contact Rooms Katholieken (CRK) roemt het konvikt om die reden. Ze is het niet eens met de sluiting en zegt, dat er geld genoeg is om het open te houden. Over het geld gesproken. Konviktsrector Schnell zegt, dat de zes studenten van het aartsbisdom  € 170.000 per jaar kosten en dat is heel wat minder dan 6 x € 36.000 = € 216.000 waarvan het bisdom uitgaat. De financiën, waar de hele bezuiniging om draait zijn in een dikke mist gehuld. 

Waarom is er geen beter overleg geweest, ook met de andere bisschoppen om na te gaan of het Ariënskonvikt behouden zou kunnen blijven, door een samensmelting met een andere priesteropleiding.? Waarom is er niet beter onderzocht of er andere financiële bronnen aangeboord zouden kunnen worden? Waarom is er geen enkel overleg geweest met de Faculteit Katholieke Theologie? Het voordeel van een autoritaire bestuursstijl is, dat er snelle beslissingen genomen kunnen worden. Het voordeel van collegiaal bestuur is, dat jouw collega’s je behoeden voor fouten.

Intussen is rector Norbert Schnell per 1 januari ontheven van zijn functies van rector en plebaan van de kathedrale parochie en benoemd tot rector van de seminarieopleiding Bovendonk voor late roepingen. Conrector Patrick Kuipers is benoemd tot waarnemend rector.

Was er altijd een fatsoenlijk personeelsbeleid, waarbij er overleg was met een pastor, nu worden er zomaar mensen ontslagen en elders benoemd. Er was overleg, ook met de parochie, waar iemand benoemd zou worden. Rechtszekerheid is er niet meer in ons aartsbisdom. Zou dat een reden kunnen zijn, dat jongemannen niet staan te springen om zich aan te melden als priesterstudent voor het aartsbisdom?  

SPÖ en Grünen in Oostenrijk

zondag, december 27th, 2009

SOCIAAL-DEMOCRATEN EN GROENEN IN OOSTENRIJK EN NEDERLAND 

Het Markt- en Opinieonderzoekbureau IMAS uit Linz in Oostenrijk heeft een vergelijking gemaakt tussen de aanhangers van de SPÖ en van de Groenen in Oostenrijk. De Wiener Zeitung wijdt er een opinieartikel aan, dat is terug te vinden op hun site. Het leek mij interessant aandacht te schenken aan enkele resultaten daarvan en daarbij mij af te vragen hoe dat in Nederland zou zijn. 

In veel opzichten verschilt Oostenrijk van Nederland. Het land is overwegend Rooms-katholiek en de maatschappelijke betekenis van de kerk is er nog groot. De secularisatie is er minder ver voortgeschreden. Er zijn nog veel traditioneel gelovigen en allerlei religieuze gewoonten zijn er nog volop in zwang. Kijk er maar eens op een kerkhof of zie sociaal-democratische raadsleden meelopen in een Sacramentsprocessie. Er zijn minder politieke partijen en kleinen christelijke partijen al CU en GPV ontbreken er, maar ook een partij als de SP. Wel vind je er twee neonazipartijen met gelijke opvattingen. De “zwarten” mag je ook neonazi’s noemen in tegenstelling tot onze PVV. Uiterst links vind je alleen de Groenen. De ÖVP is er in geslaagd de traditionele aanhang van niet of laag geschoolde arbeiders te behouden, die bij ons hun toevlucht hebben gezocht bij de SP en voor zo lang als dat duurt bij de PVV. Bij de laatste verkiezingen hebben de Groenen nogal wat aanhang verloren doordat ze hun voorman Dr. Van der Bellen terzijde hebben geschoven en de uitstekende Europarlementariër Johannes Voggenhuber geen nieuwe periode gunden. Met hun standpunten over de verwijdering van kruisbeelden uit klaslokalen en openbare gebouwen en over het homohuwelijk maakten zij zich in het conservatieve Oostenrijk niet populair en kennelijk hebben zij de kiezers niet duidelijk kunnen maken, dat de vergroening van de economie heel veel nieuwe banen oplevert. De Groenen vinden hun aanhang kennelijk in het kleine geseculariseerde deel van de bevolking. In Nederland vind je in GroenLinks nog steeds religieus geïnspireerde mensen, die duurzaamheid, pacifisme en sociale rechtvaardigheid belangrijk vinden. De overeenkomst tussen GroenLinks en de Oostenrijkse Groenen is, dat de aanhangers veelal hoog zijn  opgeleid en een goed inkomen hebben. Ze komen in hun standpunten niet zo zeer op voor hun eigen belang, maar kijken ook naar de belangen van de lagere inkomensgroepen al is het moeilijk om je in de situatie van de echte armen in te leven en hun taal te spreken. De Groenen zijn gemiddeld ook jonger en ze hebben veel meer vrouwelijke sterk feministisch georiënteerde  aanhangers dan de sociaal-democraten. 

Het onderzoek van het Imas vergeleek de aanhangers van SPÖ en Groenen wat betreft hun opvoedingsdoelen en hun politieke standpunten. 

Opvoedingsdoelen 

                                SPÖ       Groenen                            Gehoorzaamheid           64            35
"Heimatliebe”               48            21
Bescheidenheid            44            26
Vroomheid                   32              4
Weetgierigheid             52            70
Milieubewustheid         50            70
Tolerantie                   29             46
Democratisch bewustzijn  32         45 

Politieke standpunten 

Verhoging van de pensioenen            69            54
“Überfremdung” tegengaan               60             30
Zwaardere straffen                          60             34
Eerlijke verdeling van inkomens         57              34
Meer kansen voor vrouwen                54              66
Onderwijs en vorming verbeteren       41              61
Integratie verbeteren                       25             47
Europese integratie bevorderen          16             34
—————————————————————————-  

Je zou verwachten, dat de aanhangers van de SPÖ veel meer maatschappelijk geëngageerd zijn, maar dat geldt slechts voor 19 procent. Voor de Groenen is dat met 43% een belangrijk kenmerk. In tegenstelling tot de sociaal-democratische kiezers zijn de groene kiezers veel meer milieubewust, meer geglobaliseerd, jonger en met meer ondernemingszin en geloof in de vooruitgang, stedelijk georiënteerd, kunstzinnig en multicultureel ingesteld. De sociaal-democratische aanhang denkt nog zeer traditioneel aan eerste mei optochten, rode vaandels, klassenstrijd en oude sociaal-democratische theorieën, terwijl de sociaal-maatschappelijke werkelijkheid totaal veranderd is. Het politieke concept van de sociaal-democraten moge verouderd zijn, dat van de groenen lijkt te theoretisch en teveel een levensgevoel dan een politiek concept. Zijn  ze in staat compromissen te sluiten? Kunnen ze hun aanhang vergroten? De eindconclusie van het artikel is, dat beide linkse partijen het in Oostenrijk moeilijk hebben. De sociaal-democraten moeten moderniseren en de groenen moeten aan realiteitszin winnen.  

Bron: SPÖ-Wähler und Grüne: Die ungleichen Linken. Wiener Zeitung, 29 augustus 2009.
Zie ook www.wienerzeitung.at/analyse . 

Jaargang 2, Nr. 42.

Bewust historische gebeurtenissen meemaken

maandag, december 21st, 2009

Wat gebeurde er tijdens de oorlog? 

Gisterenavond werd de laatste aflevering van de NPS-serie “De Oorlog” uitgezonden. Het was de eerste keer, dat ik zo’n serie geheel gevolgd heb. Heb ik veel nieuws gehoord en gezien? Ja en nee. In de oorlog is op heel veel plaatsen heel veel gebeurd. Het aardige van de serie was, dat er tamelijk onbekende beelden werden getoond en onbekende details werden belicht. Dat maakte het boeiend. De serie vroeg veel van de kijker. De eerste afleveringen waren erg lang en daardoor vermoeiend als je met aandacht wilde kijken. Maar voor mij paste alle details toch in dat grote raamwerk, dat ik in mijn hoofd heb. Zo kreeg ik geen nieuw beeld van de Tweede Wereldoorlog, maar wel een meer gedetailleerd beeld. 

Waarom deze uitweiding? In de laatste aflevering en in een begeleidend artikel in de Volkskrant werd beweerd, dat de meeste mensen pas na de oorlog hoorden wat ze hadden meegemaakt. Iedereen had zo zijn eigen persoonlijke belevenissen, maar van het grote geheel kreeg men pas later door boeken als “Het Dagboek van Anne Frank” en door de TV-serie “De Bezetting” een beter beeld. Dit verbaasde me. De boeken van Lou de Jong heb ik niet gelezen en “De Bezetting” heb ik niet gezien. Ik had pas laat TV. Ik heb wel andere boeken gelezen en raakte daardoor op de hoogte van meer details, maar al was ik een kind, ik heb toch altijd het gevoel gehad, dat ik redelijk goed wist wat er gebeurde. Ik herinner mij de inval van 10 mei 1940. Veertien dagen later werd ik zes jaar. Ik volgde de oorlog in Noord-Afrika, Italië, de Sovjet-Unie en Frankrijk ook aan de hand van kaartjes. Onze Joodse buren werden weggevoerd en in hun huis kwamen mensen uit de Sperrzone in Den Haag. Ik maakte het bombardement op Arnhem mee, waarbij de gasfabriek werd getroffen en later de Slag om Arnhem en de evacuatie met de hongerwinter en de bevrijding. Ik wist van onderduikers en illegale krantjes en de overval op het Huis van Bewaring, waarbij politieke gevangenen werden bevrijd. Ik wist van NSB-ers en van welke kinderen in mijn klas de vader daarbij hoorde. Ik kneep hem als er weer razzia’s waren, waarbij mannen werden opgepakt om in Duitsland te gaan werken. Ik wist van bombardementen op Duitse steden en hoopte, dat er maar flink veel moffen gedood zouden worden. Pas in de jaren tachtig besefte ik, dat je blij was als vrouwen en onschuldige kinderen werden gedood. Dat is wat een oorlog met je doet.

Misschien is het zo, dat heel veel mensen de grote gebeurtenissen van deze en vroegere tijden niet zo bewust meemaken. Vraag eens aan tien mensen, waar het nu eigenlijk om ging in Kopenhagen. Dan mag je blij zijn als de helft weet, dat het over het klimaat ging en dat een kan vertellen welke maatregelen men tevergeefs trachtte te nemen. Neem de Europese integratie. Vanaf 1951 met het Plan Schumann voor de oprichting van de EGKS, dus meer dan vijftig jaar waren steeds meer Europese staten daarbij betrokken en Nederland vanaf het begin. Toen er een referendum kwam wist 95% van de bevolking van toeten noch blazen. Nu na het referendum zijn het  er meer en besteden de media ook meer aandacht aan Europa. Eindelijk kwam de Volkskrant, toch een kwaliteitskrant onlangs voor de eerste keer met een duidelijk schema van de structuur van de EU na het in werking treden van het Verdrag van Lissabon. Bewust in het leven staan. Het schijnt toch moeilijker te zijn dan ik dacht of hoopte.

Jaargang 2, Nr. 41.

De vervrouwelijking van beroepsgroepen

zondag, december 13th, 2009

TWEE MANNEN EN VIJF VROUWEN IN DE TWEEDE KAMERFRACTIE 

Het was een als grappig bedoelde opmerking over die twee mannen, die het met vijf vrouwen in de fractie maar moeilijk moesten hebben. En de oorzaak is vooral, dat Wijnand Duijvendak door een vrouw is opgevolgd. Toch dacht ik op datzelfde moment: “Is dat nu een goed of een slecht teken?” 

Je kunt zeggen, dat het wat overdreven de man-vrouw-verdeling onder de GroenLinkskiezers weergeeft. Maar ik vroeg mij eigenlijk af of dit een toevalligheid is of de weerslag van een maatschappelijke tendens, dat vrouwen in bepaalde beroepen de mannen verdringen of, dat de mannen niet meer voor zo’n beroep kiezen. Soms is er een traditionele oververtegenwoordiging van vrouwen, zoals in de zorg, althans in de lagere en middenfuncties. Maar nu zie je ook steeds meer vrouwelijke huisartsen en tandartsen en het onderwijs is enorm aan het vervrouwelijken. Op de pabo’s zit één jongen in een klas met verder alleen meisjes. Jongens haken in grote aantallen af. Waar ligt dat aan? Voelen jongens zich er niet thuis? Is de sfeer te vrouwelijk geworden? Daar zijn wel aanwijzingen voor. Daarnaast zijn het vaak de zwakste havo-leerlingen, die voor de pabo kiezen. Bij de jongens misschien nog meer dan bij de meisjes, waar idealisme nog wat meer mee speelt. Ik ben er van overtuigd, dat het veel meer een financiële kwestie is. Vergeleken met het bedrijfsleven en de overheid betaalt het onderwijs slecht. Nog steeds. Het beroep op zich levert nauwelijks status op. Een onderwijzer wordt in beter betaalde kringen als een knechtje beschouwd, niet als een vakman en beproefde opvoeder, waar je je kinderen met een gerust hart aan toevertrouwt en bij wie je als ouder graag te rade gaat. 

Zou je kunnen zeggen, dat een oververtegenwoordiging van vrouwen in bepaalde functies of bepaalde beroepen wijst op een slechte betaling, slechte arbeidsvoorwaarden, onaangename werksfeer en weinig aantrekkelijk werk? Daaraan moest ik even denken toen die vijf-twee-verdeling in de fractie ter sprake kwam. Het lijkt mij niet waarschijnlijk, want dan zou dat bij andere fracties ook zo moeten zijn. Maar als bepaalde beroepen zo sterk vervrouwelijken, dan is er alle reden om na te gaan wat de oorzaken zijn. Het zou een teken kunnen zijn, dat de emancipatie van de vrouw aan het mislukken is. 

Ook voor mannen is er reden eens goed na te denken. Waar kiezen mannen voor? Als er tenminste iets te kiezen valt? Kiezen ze voor het hoge salaris, de leasebak, de status, de bonussen en het hoge pensioen? Of willen mannen werk doen, dat veel van ze vraagt, dat niet altijd aantrekkelijk is, veel stress met zich meebrengt en waar je vaak stank voor dank krijgt? Eigenlijk is het de vraag naar jouw waarden, naar jouw levenbeschouwing. Wat wil je van je leven maken? Wat wil je voor anderen, voor de maatschappij betekenen? 

Ik maakte een keer een bijeenkomst mee, waar de vraag was of GroenLinks behoefte had aan een beginselprogramma. De inleider vond dat nodig, want als politicoloog kreeg hij maar geen zicht op de beginselen, waardoor GroenLinks zich laat leiden. Misschien, dat hem dat nu als directeur van het Wetenschappelijk Bureau beter gaat lukken. Ik bracht naar voren, dat het leuke van GroenLinks is, dat mensen met allerlei inspiratiebronnen elkaar daar vinden in een concreet programma met veel duurzaamheid en een eerlijke verdeling van de welvaart, ook op wereldschaal. En ik somde op: De een laat zich inspireren door het protestant zijn en door de bijbel, de ander door het Jodendom, een volgende door de Islam en de Koran, of iemand is katholiek of pacifist of humanist of socialist of marxist of links liberaal. De dame in het forum merkte fijntjes op, dat het feminisme ontbrak en dat dit haar inspiratiebron was. Is het feminisme een levensbeschouwing en hoe denken feministen over de vervrouwelijking in sommige beroepen of functies? Soms is het een duidelijk succes, want dan wordt die vijfde vrouw door de parlementaire pers tot politiek talent van het jaar gekozen. Proficiat, Jolande Sap!!!!! 

Jaargang 2, Nr. 40.

Samenwerking GroenLinks en PvdA biedt perspectief

zaterdag, december 5th, 2009

VIERDE KEER VERKIEZINGEN VOOR PERSPECTIEF 21 BUNNIK 

In de lokale politieke partij Perspectief 21 werken GroenLinks, Partij van de Arbeid en mensen, die geen lid zijn van een landelijke partij samen sinds 1998. Die samenwerking is tot nu toe succesvol. Werden in 1998 vier zetels in een raad van 15 veroverd, in 2002 werden het er vijf en in 2006 zelfs zes. Twee van de drie wethouders vertegenwoordigen Perspectief 21 in het college. 

Afgelopen woensdag, 2 december werd de Algemene Ledenvergadering gehouden, waarin het programma en de kandidatenlijst werden vastgesteld. Als ik sommige blogs over dergelijke vergaderingen lees, was de opkomst met dik veertig mensen in een gemeente met 14.200 inwoners redelijk te noemen. Dat komt ook doordat er nogal moeilijke besluiten zijn of nog moeten worden genomen. De drie dorpen Bunnik, Odijk en Werkhoven liggen ingeklemd binnen de rode contouren. Die worden in de nationale landschappen Rivierengebied en Nieuwe Hollandse Waterlinie streng gehandhaafd. Om toch zo veel mogelijk starters woonruimte te bieden kiest men voor drie of vier woonlagen op inbreidingslocaties. Dat zou het dorpskarakter aantasten, vinden sommige. In de gemeente is nog veel agrarisch groen en dan ruiken asfalteerders hun kans  Maar zulke wegen tussen Houten en de A12 en Zeist en de A12 betekenen een forse aantasting van het fraaie landschap. Een smalle laan in Bunnik verwerkt zo’n 12.000 motorvoertuigen per dag. Dat betekent veel stank en lawaai en trillingen. Dan wordt het kiezen tussen de gezondheid van de bewoners en de reetjes in het bos. Weer een andere vraag is of we het driekernenbeleid kunnen handhaven. Elke kern moet een minimum aan voorzieningen hebben. Drie dorpshuizen en drie sportcomplexen is duurder dan een centrale accommodatie.  

Mijn amendementen stelden, dat je van leden van het college mag verwachten, dat hun beleid eerlijk, open en transparant is en dat externe bureaus hun werk voor de gemeente naar eer en geweten uitvoeren. Daaraan twijfelen tegenwoordig veel mensen en op die onvrede hoor je naar mijn mening met een antwoord te komen. Velen, maar net niet de helft plus een waren het met mij eens. Dat hoort niet in een verkiezingsprogramma, was het bezwaar. Misschien kwam hierin toch een beetje het karakter van de PvdA als bestuurderspartij en GroenLinks als princiepenpartij naar voren. 

Voor mij heel verheugend was het feit, dat zoveel nieuwe mensen op de kandidatenlijst staan. De laatste jaren maakte ik mij wat ongerust over het mogelijk gebrek aan opvolgers. Kennelijk hebben al die heikele kwesties in de landelijke en plaatselijke politiek de mensen wakker geschud. Ze willen niet langer de beste stuurlui aan de wal zijn, maar zich metterdaad inzetten. Op de eerste drie plekken staan huidige raadsleden en daarop volgen vooral nieuwelingen. In de gemeente wordt een cursus voor nieuwe kandidaat raadsleden gegeven. Op de lijst staan twaalf vrouwen en achttien mannen. Bij de eerste zes twee vrouwen, net als in de huidige fractie.  Bekende namen op de lijst zijn die van cabaretier Vincent Bijlo, voormalig statenlid Martien Das en GroenLinks medewerker Rob Zakee. 

En dan nu de campagne. De commissie is al maanden bezig en het belooft weer een boeiende campagne te worden. De vraag is vooral of de traditionele stemmers op de Cynisch Doordouwende Asfalteerders nu eindelijk eens gaan kiezen voor ons mooie groene Kromme rijnlandschap. Ik houd u op de hoogte!

Jaargang 2, Nr. 39.