ZE PIKKEN ONZE HUIZEN IN
Zelfs keurige mensen hoor ik in deze verkiezingstijd deze onzin uitkramen. Ik spreek ze altijd tegen. Het zou mij niet verwonderen als uit onderzoek zou blijken, dat heel veel van die extreem rechtse demonstranten buitenlandse voorouders hebben. Nederland kent een eeuwenlange traditie van immigratie. Dat kun je aan de achternamen nog zien Portugese Joden en Franse Hugenoten werden vervolgd en vluchtten naar het vrije Nederland. Protestantse kooplieden uit Antwerpen trokken naar Amsterdam en brachten hun vakmanschap mee. Zo droegen ze bij aan de bloei van Amsterdam en de welvaart van ons land.
De achternaam van mijn moeder was Molle. Die naam komt nog veel voor in en om Salzbergen, Die plaats ligt terzijde van de autosnelweg langs Rheine en Osnabrück naar Berlijn. Een jongeman met die naam Molle huwde met een meisje uit Neuenkirchen, Zuid-West van Rheine. Ze hadden een groot gezin. Twee jongens trokken naar Nederland. Een zoon van de een huwde in Nijmegen met Marie Kerkhoff en mijn moeder was hun dochter. De bekende fotograaf en Zilveren Camera-winnaar Marcel Molle is een kleinzoon van een broer van mijn moeder. Van de andere immigrant stamt Pro. Dr, Willem Molle af, Directeur van het Nederlands Economische Instituut. Immigranten zijn vaak erg begaafde initiatiefrijke mensen, Dat gaat nog steeds door bij high-tech onderneming ASML in Veldhoven werken veel hoog opgeleide buitenlanders.
In 1966 verscheen de Tweede Nota op de Ruimtelijke Ordening. De planologen hadden uitgezocht waar de twintig miljoen Nederlanders in het jaar 2000 zouden kunnen wonen. Maar van 1970 tot 1975 daalde het geboortecijfer heel sterk. Per jaar werden zo’n honderd duizend kinderen minder geboren en sindsdien bleef het geboortecijfer laag. Dus zijn er te weinig arbeidskrachten. Bedrijven halen mensen uit het buitenland. Vijf-zesde van de buitenlanders in Nederland zijn arbeidsmigranten. Kinderen en kleinkinderen van de vroegere gastarbeiders kom ik in allerlei functies tegen. Zonder al die mensen van buitenlandse afkomst zouden we het in Nederland moeilijk hebben.
Hoe zit het nu met die woningen. De stad Utrecht had vroeger veel industrie. Voor de arbeiders werden veel goedkope huurwoningen gebouwd. Daar profiteren de Marokkanen van. In de omliggende plaatsen en met name in de groeikernen Nieuwegein en Houten ook wel, maar in andere suburbs richtte de gemeentebesturen zich vooral op dure gezinswoningen. Daar is nu een gebrek aan woningen voor starters, de kinderen van de mensen in die dure woningen. In onze eigen Gemeente Bunnik merkten we, dat bestuurders echt moesten leren hun woningbouw goed te plannen. Waaraan is wat betreft woningen nu vooral behoefte? Merkend hoe groot in Nederland de behoefte aan goedkope woningen is heeft men op het gazon voor het Gemeentehuis een flink aantal tijdelijke containerwoningen geplaatst. Intussen bouwt men aan een nieuwe wijk. Kersenweide. Bedenk bij dit alles, dat vrijwel alle Nederlanders gehuisvest zijn, Misschien wonen ze wat langer bij hun ouders. De echte vluchtelingen hebben hun ouders moeten achterlaten. Hier hebben ze niets. Mogen ze dan voorrang krijgen? Ik vind van wel. Jezus van Nazareth heeft mij geleerd gastvrij te zijn voor vreemdelingen.
Negentiende Jaargang, Nr. 880o