Reis naar Istrië 1

VAKANTIEGEBIED VOOR KEIZERS EN ADEL

Als je je bewust bent van de geografie en de geschiedenis van je vakantiegebied wordt het een boeiende ontdekkingstocht. Ik had na terugkomst een heel voldaan gevoel. Ik was nooit in voormalig Joegoslavië geweest en leerde het nu voor een deel kennen. We maakten gebruik van een aantrekkelijke organisatievorm: Vaste standplaats en vandaaruit interessante uitstapjes in een extra te betalen pluspakket. Niet elke keer weer koffers pakken, ermee naar de bus slepen en op weg naar het volgende hotel om met de koffers een plaatsje in de lift te krijgen. Toch viel het nog tegen, want we moesten vaak vroeg uit de veren. Maar bij een alternatieve reis per vliegtuig met vrijwel hetzelfde aanbod reisde je midden in de nacht naar het vliegveld en die reis was nog veel duurder ook. Onze busreis ging in twee dagen met een overnachting in een dorpje tussen Würzburg en Ulm met zeven windmolens in een schitterend en heel rustig landschap.

Onze standplaats was Opatija aan de Noordoostelijke kust van het schiereiland Istrië. Vanaf 1815 ging het van Venetiaanse handen over in die van Oostenrijk. In de tijd van Keizer Franz Jozef en zijn vrouw Elizabeth/Sissi kwam de plaats volop in ontwikkeling. Vanuit Wenen kon men over de weg en per spoor er naartoe. De keizer bouwde er een villa, de keizerin ook met een prachtig park. De hele kuststrook tussen Lovran en Volosko werd vol gebouwd met adellijke villa’s en veel hotels en dat alles kun je wandelend over een promenade op je gemak bewonderen. Geen vergane glorie, maar nog steeds druk bezocht, ook vanuit Azië en Noord-Amerika. Gezwommen kan er ook worden en het water van de Adriatische Zee is hier opmerkelijk helder. In de stad kun je ook winkelen – internationale ketens zijn er vertegenwoordigd – of op een terrasje zitten. Maar daarvoor kwamen wij niet.

Want de eerste dag na aankomst gingen we per bus naar het eiland Krk, door een brug met de vaste wal verbonden. Wij bezochten de hoofdplaats Kerk Stad en een wijngaard met wijnhuis in het dorp Vrbnik. In de stad is een kathedraal – dat is de kerk van een bisschop – en Quirinuskerk te bezoeken. De Dominicanen hebben het eiland tot ontwikkeling gebracht en wonen er nog steeds. De wijngaarden liggen in een vlak wat kronkelend gebied tussen de heuvels. Het is ontstaan doordat een grottenstelsel is ingestort. Er ligt nu vruchtbare grond, die voldoende vocht vasthoudt. Zo’n grote inzinking in een Karst landschap noemen we een polje en die wilde ik graag zien. De veel kleinere dolines zijn we op onze tochten helaas niet tegen gekomen. De druivenpluk was aan de gang. In het wijnhuis hebben we nog een aardige film over de wijnproductie gezien en uiteraard ook de wijn geproefd met prima brood en gerookte ham erbij. Van de terugreis heb ik een heel stuk gemist. Na het geraas van het rijden door een tunnel werd ik wakker.

Volgende week verder met een bezoek aan de Plitvice meren. En de grotten van Postojna, het vroegere Adelsberg in Slovenië.

Jaargang 9, Nr. 430.

Leave a Reply