HET DRAAIT OM SUBSIDIARITEIT
De Britse premier behandelde in zijn rede over de Europese Unie vijf principes, maar daarvan zorgt het principe van de subsidiariteit op allerlei niveaus steeds weer voor spanning. Subsidiariteit leert, dat zaken geregeld horen te worden op een zo laag mogelijk niveau. Het maaien van het gras in een stadspark moet je niet door de provincie of door het Rijk laten regelen. Maar de controle bij de rijksgrenzen is weer duidelijk een taak van het Rijk. Maar spreken we in Europees verband af, dat we bij de onderlinge grenzen niet meer zullen controleren, dan zal de EU er op moeten toezien, dat bijvoorbeeld Polen of Griekenland bij hun deel van de buitengrens van de EU goed controle uitoefenen en kan er in EU-verband ook hulp worden verleend.
Altijd is er wrevel over de bemoeizucht van de provincie of van Den Haag. Gemeenten willen het liefst zelf hun zaakjes regelen. Je ziet het ook bij scholen. Ik herinner mij nog wel, dat mijn rector vond, dat hij meer vrijheid wilde. Geef mij maar een zak met geld en wij zorgen, dat het zo doelmatig mogelijk besteed wordt. Hij was de enige niet en zo kwam er de lumpsum financiering. Helaas was die weer reuze handig bij de zoveelste bezuinigingsoperatie die dan efficiencymaatregel werd genoemd. Zo heeft elk voordeel zijn nadeel.
Den Haag heeft nu een mooi antwoord gevonden op veel gemopper. Vaak kun je Brussel de schuld geven. Moet er bezuinigd worden? Het is de schuld van Brussel. Dat bezuinigen altijd weer in het VVD-programma staat, wordt dan te gemakkelijk vergeten. De Britse premier David Cameron verwoordt het anders: “Er moet macht van Brussel terug naar de staten”. Dan zijn er allerlei onderwerpen, die worden genoemd. Sommige gaan dwars tegen de principes van de gemeenschappelijke markt in. Als je gaat morrelen aan de arbeidsvoorwaarden en het Verenigd Koninkrijk daardoor goedkoper kan produceren is er sprake van concurrentievervalsing. Zo mag een lidstaat de eigen industrie ook niet met subsidies steunen.
Maar alle regels waaraan het Verenigd Koninkrijk zich wil onttrekken zijn er met instemming van de Britse minister in de Raad van Ministers tot stand gekomen. Het Britse Lagerhuis heeft steeds de mogelijkheid samen met andere parlementen regelgeving tegen te houden en het onderwerp te bestempelen als nationaal te regelen. Regelgeving moet uiteraard ambtelijk worden voorbereid en daarbij worden ook ambtenaren van de lidstaten betrokken. Heel vaak komt regelgeving tot stand onder druk van lobbyisten. Zo is het voor een exporterende industrie onprettig als overal andere kwaliteitseisen gelden. Dus lobbyen ze om Europese regels. Anderen mopperen daar weer over, maar hebben niet in de gaten, dat hun eigen bedrijfstak voor die regels gezorgd heeft. Cameron zou dus beter kunnen zeggen, dat zijn ministers voortaan buitengewoon goed gaan opletten bij de stemmingen in de Raad. Hij zou het Lagerhuis veel beter op de hoogte moeten stellen van de onderwerpen, waarvoor regelgeving in voorbereiding is en het Lagerhuis zou veel beter moeten samenwerken met de collega’s van het Europees Parlement en met de parlementen van andere lidstaten. Daar worden al die parlementen, inclusief het Europese Parlement sterker van. Zo wordt de democratie in Europa versterkt, ook een eis van Cameron. De lobbyisten krijgen het nog drukker, want ze moeten straks ook nog diverse Lagerhuisleden zien te overtuigen.
Al veel eerder is geopperd, dat er een catalogus zou moeten komen, waarin van allerlei onderwerpen gezegd wordt of ze op Europees niveau of per lidstaat geregeld moeten worden. In sommige gevallen is dat heel vanzelfsprekend. De EU kent een gemeenschappelijke markt voor goederen, diensten, kapitaal en arbeid. Wij kunnen onze producten overal binnen de EU vrij afzetten. Onze accountants, ingenieurs, bouwondernemers en architecten kunnen overal in Europa hun diensten aanbieden. Overal binnen de EU kunnen we ons kapitaal investeren en overal kunnen we aan de slag. We denken, dat onderwijs bij uitstek een nationale zaak is, maar als je elders wilt gaan werken en jouw Nederlandse diploma’s worden er niet erkend, kom je niet ver. Dus is ook op het gebied van onderwijs en in het bijzonder van de wederzijdse erkenning van diploma’s samenwerking nodig. De EU is een levende gemeenschap en steeds weer zijn er ontwikkelingen, waardoor onderlinge samenwerking op een nieuw terrein nodig is. De EU is flexibel genoeg, zoals Cameron eist.
Hij wil ook meer eerlijkheid. Soms ben ik bang, dat nationale overheden onpopulaire maatregelen het liefst in EU-verband nemen, zodat ze Brussel de Zwarte Piet kunnen toespelen, maar of dat ook erg eerlijk is, betwijfel ik.
Maar Cameron komt ook met goede ideeën, waarschijnlijk onder druk van het Starbuck’s schandaal. Deze koffieschenkers ontweken op grote schaal via Nederland de Britse belastingen. Cameron vindt, dat er maar een eind moet komen aan belastingontwijking. Dat zullen sommige Tory-vriendjes niet leuk vinden. Bedrijven behoren gewoon hun bijdrage te leveren aan de staatsfinanciën. Ze profiteren immers ook volop van alles wat de staat doet. Denk aan de kosten van onderwijs, veiligheid en infrastructuur. Voor Europa ligt hier een belangrijke taak. Dat weten onze mensen in Brussel heel goed.
De baas van Microsoft, Bill Gates was in Nederland. Hij betreurt de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking. Nederland deed het altijd zo goed. Ontwikkelingslanden ontvangen van grote internationale ondernemingen, die er actief zijn, vaak heel weinig belasting. Deze bedrijven ontwijken de belasting onder anderen via Nederland. Toen Gates geïnterviewd werd bij Nieuwsuur miste ik één vraag: “Hoeveel belasting betaalt Microsoft in Derde Wereldlanden en hoeveel belasting wordt daar ontweken?”
Jaargang 5, Nr. 251.